Zeuren
22 september 2003

"O we zijn er een stuk op achteruit gegaan."
"Uitgaan is nu wel 2x zo duur geworden."
"We kunnen nu nog maar 1x per week uit eten."
"Al die buitenlanders nemen ons werk in."
WAT EEN BULLSHIT!

O, en wee... De economie schommelt en beetje en iedereen is gelijk aan het zeuren over hoe VRESELIJK SLECHT we het wel niet hebben.
Hier in Nederland, hier in Europa.

Beseffen mensen zich niet dat de meeste mensen op de wereld UBERHAUPT niet uit kunnen gaan, hooguit 1x in het jaar uit eten kunnen en dat miljoenen niet eens zeker weten of ze aan het eind van een lange dag werken (van meestal 10 of meer uur) of ze een fatsoenlijke maaltijd kunnen krijgen.

De meeste mensen hier in Nederland hebben helemaal geen reden om te zeiken...


En ja, het gaat een stukje slechter met Nederland.
En ja, sommigen mensen zullen het er slechter door krijgen.

Maar is dat een reden om de kraan dicht te draaien?
Een reden om minder te geven?
Schieten we daar iets mee op dan?

Zijn het niet nogsteeds de mensen die minder geld hebben, die het meeste nodig hebben?
De ouderen, de jongeren, achterstandsgezinnen. Deze mensen zullen de enigen zijn voor wie de slinkende econmie WEL een effect zullen hebben wat ertoe doet.

We zijn vergeten waar economie om draait.
Het is niet de hoeveelheid aanwezig geld die de welvaart kenmerkt maar de hoeveelheid beweging die het geld maakt. Het slinken van de economie is niets dan een verlies van vertrouwen in de groei van de stroom geld.

De andere grote misvatting is dat je van geven ARMER zou worden; minder rijk.

In de materieele betekenis zou dit impliceren dat mensen die al dan niet vrijwillig meer geven; de hogere inkomens, welke zo'n 60% belasting betalen, het slechter hebben dan de rest.
Ik neem aan dat ik niet eens een voorbeeld hoef te geven waarom deze stelling niet waar is. Gezien de grootte van het inkomensverschil tussen de minima en maxima is het naar mijn idee volledig gerechtvaardigd om de maxima wat meer te laten betalen.
En voordat je het me vraagt: ja, zodra ik mijn studie af heb is de kans groot dat ook ik tot de maxima kan gaan behoren (mocht ik dat willen).

Mijn stelling: van geven wordt je RIJKER.

Door meer te geven aan je (directe of indirecte) omgeving raak je wellicht op de korte termijn wat kwijt; je zal een deel van materieele welvaart moeten inleveren. Misschien een keertje minder uit eten, misschien nog even wachten met die nieuwe keuken, badkamer of zolder.
Maar wat bewerkstellig je met hetgeen je gegeven hebt?
Mensen die zonder jou niet in staat zijn fatsoenlijke kleren te kopen, of die met jouw hulp hetzelfde eten kunnen veroorloven als jij op een doordeweekse dag eet.
Bejaarden help je door het inleveren van een klein deel van je inkomen aan een betere verzorging: misschien wel vaker dan 1x per week douchen.
Kinderen krijgen op school niet les in een klas van 30, maar mogelijk 20 of minder leerlingen. Zonder twijfel zal dit de effectiviteit van het onderwijs en dus ook de bijdrage hiervan aan de kenniseconomie vergroten. Hiernaast zal dit het vak van docent een stuk aantrekkelijker maken, 20 of 30 man lesgeven scheelt behoorlijk in de werkdruk.
Allochtone achterstandsgezinnen kunnen geholpen worden door gericht en goed doordacht onderwijs een stapje hoger te komen op de inkomensladder door middel van gerichte opleidingen. Hierdoor zullen ze niet alleen beter integreren en onze taal leren, ook zullen ze meer gaan verdienen en dus ook uit gaan geven.

Als je hiervoor goed tussen de regels door hebt gelezen, zie je dat de manieren waarop dat kleine beetje wat jij zou kunnen geven niet alleen op de korte termijn een gunstig effect heeft om het geweten te sussen: door meer te geven stimuleer je de economie. Doordat het onderwijs aan zowel jongeren als allochtone achterstandsgezinnen (let op: NIET ALLEEN DE KINDEREN!) qualitatief toeneemt, zullen deze in staat zijn een actieve(re) bijdrage te kunnen leveren aan een hoog-ontwikkelde, op diensten, kennis- en informatie-gebaseerde samenleving als de onze. Hierdoor zal het niet alleen mogelijk worden voor de Nederlandse economie om op kennis en technologie gebied internationaal weer mee te tellen en daardoor weer interessant te worden voor investeerders, ook zullen de mensen die door hun betere opleiding een hogere functie hebben gekregen dan anderszins het geval was geweest meer verdienen.
Doordat deze meer zullen verdienen zullen ze ook meer uit gaan geven. De vergrote uitgave levert weer een impuls voor de economie; er gaat meer geld stromen. Et voila: nu zijn we weer bij jou uit, de economie groeit weer... en jou welvaart groeit mee met die van elk ander.

Nu ben ik echter nog niet terug gekomen op het begin van mijn verhaal: de rest van de wereld. Want: wij zijn in Nederland allemaal nogsteeds RIJKE stinkers.

Daarnet heb ik al uitgelegd hoe jij door meer aan je mede- Nederlanders te geven je hen in staat steld verder te komen in de samenleving, en daarmee beter bij kan laten dragen aan de nationale economie. Is het niet mogelijk om diezelfde lijn door te trekken naar internationaal niveau?

Doordat alle Nederlanders, rijk als ze zijn, een klein beetje van hun eigen uitgaven gebruiken om op internationaal niveau bij te dragen aan economische ontwikkelingen (op een gerichte en duurzame manier) kunnen we deze landen helpen te groeien naar een hoger-ontwikkelde economie. Hierdoor zullen de mensen in deze landen het niet alleen beter hebben (en wij het op de korte termijn misschien een beetje slechter dan daarvoor), ook zal hun economie groeien en kunnen ze dus meer uitgeven. Doordat deze mensen meer kunnen uitgeven zal de internationale handel groeien en zal daardoor op de lange termijn de wereldeconomie groeien. Als gevolg hiervan zal ook bij de meer- ontwikkelde landen zoals Nederland de internationale handel toenemen, wat weer een positief effect heeft op onze nationale economie.

Met andere woorden: door meer te geven heb je misschien op de korte termijn iets minder te besteden, op de lange termijn kan dit gerust gezien worden als een investering die zichzelf terug verdient. Ook het feit dat het nu even iets slechter gaat met onze economie hoeft geen reden te vormen om niet alles wat je kan te (uit) te geven en op die manier op zowel nationaal als internationaal niveau niet alleen mensen een waardiger bestaan te geven maar op de lange termijn ook jouw leven en dat van je eventueele kinderen er beter op te maken.

Een blijvend groeiende, rechtvaardige, wereldeconomie is mogelijk!