De andere kant
12 juli 2005

De andere kant van het prikkeldraad.
Telbare vierkante meters omheind met
prikkeldraad sluiten mij op, net als
alle rijken hier.

Een magere man vraagt om wat eten.
Een stuk pizza en hij bedankt gemeend.

Twee honden. Een schattige kleine
keffer. Een duitse herder.

Vier man personeel. Fulltime.
Vijf bewoners.

Bewegingsloos ligt een jongetje van niet
meer dan 12 jaar in de volle zon. Op de stoep.

Op bezoek bij een vriend. Zijn vader.

Dit is het leven aan de andere kant
van de medaille. Dit is geen geluk.

Dit is poppenkast.

Oude vrouw langs de weg. Dolgelukkig
met een paar centen kleingeld.
Niemand verschoond háár luiers.

Dit is het leven waar de meeste Brazilianen
louter van dromen. Het beste eten wat er is,
en teveel daarvan.
Leven in een hangmat. 'Werken.'

Tussen lelijke rijke mensen zit ik aan een
terras te drinken. Een vieze, arme vrouw
bedelt om een glas water en gebruik
van de WC bij de ober.

Ook het personeel droomt; iedereen
droomt. En ik zie de hardheid en de
melancholiek van de realiteit in hun ogen,
die is blijven hangen toen de dag aanbrak.

Een trui en versleten broek was alles
wat het jochie had. Vragend om geld
voor lijm, bij de bushalte.

Maar ruilen kan hier niet.
Kop of munt.