de muur tussen mij en jou tussen hier en daar is aan het verdwijnen ik kan het licht zien. nu. hier en nu en altijd altijd was het bij me, achter mijn schouder raar dat ik nu pas achterom kijk alle lichtspelen voor mij ik zag niet dat het slechts betekenisloze schaduwen waren van het licht dat fel scheen achter mijn rug hoe had ik zo stom kunnen zijn? mee te willen lopen in de kudde. als schapen van de dijk. of een leven lang blijven zoeken naar graziger wijden, wetend dat er nooit rust zal volgen godzijdank heb ik jou nu jij vertelde me de waarheid