Op zwart. Op zwart schrijf ik witte woorden. Witte woorden in de nacht van mijn bestaan. Creatie. Iets uit het niets. Een stroom van directe, pure expressie. Gevoel, ritme. Puurheid. De goddelijke sensatie van het temporele bestaan als transparante geleider. De paradoxale eeuwigheid ervan, gevangen in een kort ogenblik van enkele minuten. In woorden, beelden, trillingen; daden. Vereeuwigd. Even niets hoeven, even niets willen. Zijn wie of wat je bent. En daar innerlijke rust mee hebben, hoe tegenstrijdig deze zich dan ook tegen het uiterlijk aftekend.